Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Voorloef   voor  kinderbint

Kinderbinten liggen op de moerbalk of ze zijn er helemaal, dan wel half ingelaten. Zijn ze opgelegd, dan heeft de timmerman het gemakkelijk: met een flinke spijker is het dunne balkje al snel aan de dikke bevestigd. Nadeel is wel dat de samengestelde balklaag dikker wordt en dat het stof, dat op de moerbalk valt, de kamer in kan stuiven. Alleen met een kopschotje is dat te voorkomen.
Om de kinderbinten helemaal of gedeeltelijk in de moerbalk te laten verzinken, moet daarin een inkeping gemaakt worden. Dat is een loef, die - omdat hij niet over de hele bovenkant van de moerbalk doorloopt - voorloef heet. Zijn de kinderbinten helemaal ingelaten, dan zijn er geen kopschotjes nodig en de constructie is heel hecht.
Als extra versteviging zijn vaak één of meer voorloeven voorzien van een zwaluwstaart. Het bijbehorende kinderbintje heeft uiteraard de daarin passende vorm en kan er ook bij een verzakking niet uit schieten. Omdat de vloerplanken de kinderbinten met elkaar verbinden, kunnen de andere 'kinderen' hun 'moeder' ook niet meer loslaten.
Wanneer een moerbalk met voorloeven secundair gebruikt wordt, is zijn oorspronkelijke functie direct herkenbaar.




Tekst: Jean Penders, 03-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders